Hier vind je een overzicht van het materieel wat je op onze modelbaan tegen komt. Locomotieven, treinstellen etc. De informatie is overgenomen van Wikipedia.
Hier vind je een overzicht van het materieel wat je op onze modelbaan tegen komt. Locomotieven, treinstellen etc. De informatie is overgenomen van Wikipedia.
Bouwreihe BR 614
De treinstellen van de Bouwserie 614 is een driedelig diesel-hydraulische treinstel voor het regionale personenvervoer van de Deutsche Bundesbahn (DB). Het treinstel bestaat uit 2 motorwagens (BR 614) en kan worden uitgebreidt met 1 of 2 middenrijtuigen (BR 914). Het treinstel is ontwikkeld door MAN en is gebaseerd op de bouwserie 624 en bouwserie 634. In 1971 werden 2 prototypes gebouwd en geleverd. Het treinstel boodt plaats aan 24 zitplaatsen 1e klas en 204 zitplaatsen 2e klas.
De Baureihe 628 en is een tweedelig dieselhydraulisch treinstel voor het regionaal personenvervoer van de Deutsche Bundesbahn (DB). Het treinstel werd in de jaren 1970 ontworpen voor de toenmalige Deutsche Bundesbahn door het Bundesbahn-Zentralamt München, samen met Waggonfabrik Uerdingen, ter vervanging van de Baureihe 795 en Baureihe 798, ook wel Uerdinger Schienenbusgenoemd. De treinen van de protoserie 628.0 werden door de Deutsche Bundesbahn (DB) sinds 1974 ingezet op het traject van de Außerfernbahn tussen Garmisch-Partenkirchen en Kempten (Allgäu) Hbf. Deze treinen hadden twee motoren en werden doorlopend genummerd en gekoppeld, bijvoorbeeld: 628 001 + 628 011, enz. Deze treinen bestaan uit een motorwagen met een motorloos stuurstandrijtuig.
In de jaren zestig begon de DB met de bouw van een grote serie dieselhydraulische lijndiesellocomotieven, die de genadeslag zouden moeten geven aan de stoomtractie. Dit was de serie V160. Volgens het toenmalige nummersysteem was het getal 160 een aanduiding voor de sterkte van de locomotief, in dit geval 1600 pk. Deze indicatie had weinig betekenis, want tijdens de bouw van de serie werden de locomotieven steeds sterker. De serie V160 bestond uit verschillende varianten: enkele grote deelseries en een aantal meer experimentele locomotieven. Vanaf 1968, toen de DB een nieuw nummersysteem invoerde, werden de locs ingedeeld in de series 210 t/m 219. Vijf jaar lang, van 1979 tot 1984, hebben locs van de Baureihe 216 ook dienstgedaan in Nederland, toen de NS een tekort aan diesellocomotieven had. In het noorden van het land reden ze zowel personentreinen (vaak forensentreinen) als goederentreinen. De locs waren gestationeerd in Groningen, later ook in Zwolle. Naar verluidt waren de NS-machinisten er erg over te spreken.
De Baureihe 220, tot 1968 bekend als V200, is een dieselhydraulische locomotief bestemd voor personen- en goederentreinen bij de Deutsche Bundesbahn (DB). In verband met een gebrek aan grote lijndiesellocomotieven bij de Deutsche Bundesbahn werd in 1953-1954 een proefserie van vijf locomotieven ontwikkeld en gebouwd door Krauss-Maffei in München. In 1956 kwam de serie productielocomotieven bij MaK en Krauss-Maffei gereed. Deze locomotieven werden voornamelijk op niet geëlektrificeerde hoofdspoorlijnen ingezet ter vervanging van de nog volop aanwezige stoomlocomotieven. De locomotieven met twee motoren hadden veel onderhoud nodig. Iedere motor dreef een hydraulische overbrenging aan. Sinds 1977 werd er de voorkeur aan gegeven om bij lichte treinen en losse locomotief niet twee motoren, maar één motor te gebruiken. In de jaren tachtig werden zeven locomotieven verkocht aan de Schweizerische Bundesbahnen (SBB) als Am 4/4 met de nummers 18461-18467. Deze locomotieven werden onder meer met goederen- en diensttreinen ingezet. In 1997 werd de laatste locomotief afgevoerd en aan een particulier in Duitsland verkocht.
Ons werkpaard op de modelbaan voor goederenvervoer.
Geschiedenis
Deze locomotief werd voor 1968 met DB V 100 aangeduid. In het jaar 1958 begon de Deutsche Bundesbahn (DB) met de indienststelling van deze dieselhydraulische locomotieven voor gemengde dienst. De loc heeft een vermogen van 1100 pk. De locomotieven hebben een lengte van 12,3 m en een maximumsnelheid van 100 km/u. De serie V100 is de tweede serie met een iets zwaardere motor van 1350 pk, waarvan er 371 geproduceerd zijn. Na 1968, met de invoering van een nieuw nummersysteem bij de DB, werden ze ingedeeld als serie 212. Vanuit deze serie is de Baureihe 213 ontwikkeld met een aangepaste overbrenging en een gemodificeerd remwerk die bedoeld was voor de inzet op steile trajecten.
Pagina 1 van 2