- Geschreven door: Peter Eulderink


Zeer bekend is de Twenste noaberplicht, nabuurplicht, die volgens ongeschreven regels berust op vrij nauwkeurige rechten en plichten. Ze komen tot uiting op hoogtijdagen in het familieleven, maar ook bij dieptepunten. Er is wel eens gezegd dat de nauw begrensde regels niet echt spontaan zijn en uitsluitend uit sociale noodzaak zijn voortgekomen.Ze dateren uit de tijd, toen niet alleen het gemeenschapsgevoel overheerste, maar de bedrijven zo klein en de welvaart zo gering was, dat men voortdurend op elkaars hulp was aangewezen. Het is dus de harde noodzaak der realiteit en er is ook een zekere berekening in het spel. Als de buren ter gelegenheid van een geboorte met de krentenwegge komen, dan zit in het achterhoofd de vraag: wat krijg ik hier voor terug? En zo gaat het ook met de bruiloften en vele andere noaberfeesten. Die hield in dat je je eigen werk, dat eigenlijk niet kon wachten, toch liet liggen om eerst de in nood verkerende buur te helpen. Ze werden dan ook wel noodnoabers van elkaar genoemd. In bijvoorbeeld de dagen van rouw kwamen mannen uit de buurt opdagen om de aardappels te rooien, de appels te plukken en het roggestukje te ploegen en te zaaien. De buurvrouwen waren druk de bonenoogst te verzorgen.